ASML, een van de grootste techbedrijven van Nederland, is ook het lands grootste investeerder in onderzoek en innovatie. Dat blijkt uit de R&D Top 30 van Technisch Weekblad die is opgesteld in samenwerking met VNO-NCW en TNO op basis van vrijwillig aangeleverde data van de deelnemende bedrijven.

Wat in de lijst opvalt is dat ASML dat bijna drie miljard euro in Nederland in R&D (onderzoek en ontwikkeling) stak, in zijn eentje net zoveel investeerde als de overige 29 bedrijven op de lijst.

De nummers twee en drie op de lijst zijn zorgtechconcern Philips en reserveringsplatform Booking, dat een hoofdkantoor in Amsterdam heeft.

Chipfabrikant Nexperia valt ook op in de lijst, met een zesde positie. Het bedrijf uit Nijmegen investeerde 83 procent meer in R&D dan een jaar eerder.

De Amerikaanse farmaceut Johnson & Johnson is wereldwijd een R&D-gigant, met uitgaven van 11 miljard euro op jaarbasis. Daarvan komt een kleine 3 procent in Nederland terecht, met 293 miljoen euro voor onderzoek en ontwikkeling in 2023.

Bedrijven als KPN, Nedap, Airbus Netherlands en Smart Photonics geven vrijwel hun gehele onderzoeksbudget in Nederland uit.

Eindhoven hotspot voor onderzoek en innovatie in Nederland

Uit de lijst blijkt tevens dat Eindhoven de Nederlandse hotspot voor innovatie is. De gemeente huisvest vijf van de bedrijven uit de top tien. Dat maakt tevens duidelijk dat het investeren in R&D niet een spelletje is dat solo gespeeld wordt, maar iets is waarbij bedrijven samenwerken.

Hoewel het in de lijst hierboven om enorme bedragen gaat, blijft Nederland nog steeds achter op de gestelde Europese richtlijn.

In de Lissabondoelstelling staat een minimum van 3 procent van het nationaal inkomen aangegeven, maar Nederland blijft steken op 2,1 procent. Er zou volgens TNO nog 9,8 miljard euro aan investeringen bij moeten om op de richtlijn uit te komen. Ook zit Nederland nog onder het Europese gemiddelde van 2,25 procent.

LEES OOK: Mario Draghi pleit voor fonds met jaarlijks €800 miljard om concurrentievermogen EU te versterken en krijgt veel bijval in het Europees Parlement